Loading...
 

1 Samuel 1, 9 - 20

1 Samuel 1, 9 - 20: Hanna krijgt een zoon

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 399-400)

Na het eten stond Hanna op om in de tempel te gaan bidden. Ze was erg verdrietig, en ze huilde toen ze begon te bidden. Ze bad: ‘Machtige Heer, ziet u hoe moeilijk ik het heb? Vergeet mij niet, maar denk aan mij. Geef mij alstublieft een zoon. Dan beloof ik dat ik hem aan u terug zal geven. Hij zal u zijn leven lang dienen. Als teken daarvan zal zijn haar nooit geknipt worden.’

Intussen zat de priester Eli dicht bij de ingang van de tempel op een stoel. Toen Hanna maar bleef bidden, ging Eli op haar mond letten. Hij zag haar mond wel bewegen, maar hij hoorde haar niet. Daarom dacht Eli dat ze dronken was. Maar Hanna was in zichzelf aan het bidden. Eli zei tegen haar: ‘Ga je hier nog lang mee door? Je bent dronken. Ga weg en zorg dat je weer nuchter wordt!’ Maar Hanna zei: ‘Nee, ik ben niet dronken. Ik ben erg ongelukkig, en ik heb al mijn zorgen aan de Heer verteld. Denk niet dat ik een slechte vrouw ben. Ik heb al die tijd tot God gebeden, omdat ik ongelukkig ben.’
Toen zei Eli: ‘Ga dan nu maar rustig naar huis. De God van Israël zal je geven wat je gevraagd hebt.’ Hanna bedankte Eli voor zijn vriendelijke woorden.
Toen ze wegging, was ze weer vrolijk en kon ze weer eten.

De volgende ochtend stonden Elkana en zijn familie al vroeg op om naar de tempel te gaan. Daarna reisden ze terug naar hun huis in Rama.
Elkana sliep met zijn vrouw Hanna. Toen gaf de Heer aan Hanna wat ze gevraagd had: ze werd zwanger en kreeg een zoon. Ze noemde hem Samuel. Ze zei: ‘Dit is de zoon die ik aan de Heer gevraagd heb.’



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Na de maaltijd stond Hanna op en ging naar de tempel.
Daar zat priester Eli op een bankje bij de ingang.
Diep bedroefd bad Hanna tot God.
In tranen beloofde ze: ‘God van de hemelse machten, ik vraag Je,
kijk toch naar mijn verdriet.
Denk aan mij, je dienares, vergeet me niet.
Geef mij een zoon,
dan schenk ik hem voor zijn hele leven aan Jou.
Nooit zal zijn haar afgeschoren worden.’
Terwijl Hanna zo bad, keek Eli aandachtig naar haar mond.
Hij zag dat ze haar lippen bewoog, zonder dat hij haar hoorde spreken.
Hij dacht: ‘Die vrouw heeft te veel wijn gedronken.'
Hij ging naar haar toe en zei: ‘Kom, zorg dat je weer nuchter wordt.’
‘Je vergist je, heer’, zei Hanna.
‘Ik heb geen wijn of sterke drank gedronken.
Nee, ik ben heel erg verdrietig
en stort mijn hart uit bij de Heer.
Denk niet dat ik een slechte vrouw ben;
ik bid zo lang omdat ik erg verdrietig en ellendig ben.’
‘Ga dan in vrede’, zei Eli.
‘De God van Israël zal je geven waar je om hebt gevraagd.’
‘Dank je voor je vriendelijkheid’, zei Hanna,
en ze ging terug naar haar familie.
Haar gezicht was opgeklaard en ze begon ook weer te eten.
De volgende morgen vroeg bogen ze zich neer voor de Heer.
Daarna reisden ze terug naar huis.
Thuis in Rama sliep Elkana met zijn vrouw Hanna.
God verhoorde haar. Hanna werd zwanger.
Na een tijd kreeg ze een zoon, die ze Samuel noemde.
‘Want’, zei ze, ‘ik heb hem aan God gevraagd.’



Stilstaan bij …

Hanna
(= begenadigde)
De verhalen in de Bijbel zijn niet zozeer verhalen waarin het gaat om het wel en wee van familieleden, maar verhalen over het volk Israël. Hanna, een vrouw van Elkana, kon geen kinderen krijgen. Zo verpersoonlijkt ze het volk Israël: het is onvruchtbaar en zonder toekomst. Haar droevige verhaal wordt hoopvol, want midden in haar verdriet wordt een zoon geboren, maakt JHWH een nieuw begin.

Eli
Hogepriester in Silo, een stad die 20km ten zuiden van Sichem lag.
In de tijd van Samuel stond de ark van God in Silo.

Samuel
Letterlijk betekent het woord 'Samuël' zoiets als: 'naam van God', maar Hanna geeft er een andere uitleg aan: 'van God heb ik hem afgesmeekt’.
Deze naam onderstreept de grote rol die God speelde bij de geboorte van Samuel.





Bij de tekst

Situering in de geschiedenis

Samuël wordt geboren in een periode dat Israël een dieptepunt kende in zijn geschiedenis: er was rechteloosheid. Zelfs de priester Eli en zijn zonen in de tempel te Silo deugen niet.
Na de dood van Eli volgt Samuel hem op als leider van het volk. Hij was meer een profeet dan een rechter.



Een nieuw begin

Het verhaal van Hanna is in de Bijbel niet uniek. Vaak wordt verteld dat moeders van grote figuren onvruchtbaar waren en ze normaal gezien geen kinderen konden krijgen.
Zo'n verhalen waren dé manier waarop de schrijvers van toen aantoonden dat het niet de mens was, maar God die een nieuw begin maakte.



Samuël

Samuël was rechter en profeet in Israël.

Als rechter trok hij rond in Israël en sprak recht in Betel, Gilgal en Mispa. De rest van de tijd deed hij dit thuis, in Rama (1 Samuël 3 - 7). De rechtspraak die de verschillende stammen gemeenschappelijk hadden, ging terug op de tijd van de wetgeving in de Sinaï en hield hen bijeen. Alleen wanneer er groot gevaar dreigde vormde Samuël een leger uit boeren en herders van de stammen, die toevallig in de buurt woonden. Maar omdat het volk Israël geen kans had om te overleven als het zich niet organiseerde zoals omringende volkeren, stelde Samuël Saül aan als eerste koning van Israël. Als koning leek Saül meer op een rechter uit de voorbije periode dan op een moderne koning zoals men die toen kende.

Als profeet sprak hij woorden in naam van God.